KUL Landbouwinstituut - Leuven

De Katholieke Universiteit (KUL) Leuven heeft een groot aantal gebouwen in beheer voor haar opleidingen. Vaak gaat het om geklasseerde oude gebouwen die gerenoveerd worden. Dit project omvat het gebouw van de faculteit bio-ingenieurswetenschappen.

 

Customer: Installateur Spie uit Geel en KUL als ingenieursbureau/eindklant

 

Need: renovatie van hoogtechnologische laboratoria van faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan KUL in een historisch gebouw waarbij een groot gedeelte van het gebouw in gebruik blijft, dus levering in kleine delen.

 

Solution: 10-tal luchtgroepen CAIRplus met warmteterugwinning via twincoil batterijen, naverwarmingsbatterijen ATpicco, ventilo-convectoren, koelmachine GLWC4080CD2, drycooler LF-PC  

Dit gebouw dateert uit het begin van vorige eeuw. Het was dus belangrijk dat het uitzicht en de structuur bewaard bleven. Voor de verwarming werd waar mogelijk aangesloten op het bestaande systeem, waarbij doorgaans ook de radiatoren bewaard bleven.

De koeling en ventilatie werden grondig gemoderniseerd en op de huidige stand van de techniek gebracht met materiaal van FläktGroup.

Het gebouw is ingedeeld in zones, met telkens een eigen luchtbehandelingskast, waarbij het kan gaan om laboratoria, kantoren ; in totaal werden er 10 CAIRplus-luchtbehandelingskasten geplaatst met warmteterugwinning via twincoil batterijen. Deze zorgen ook voor de verwarming van de lokalen zonder radiatoren. Dat laatste gebeurt door middel van ventiloconvectoren of AT-Picco naverwarmingsbatterijen (17 stuks)

Per zone zijn er niet alleen verschillende eisen qua comfort, prestaties, ook de kwaliteitseisen en temperatuurregimes verschillen in functie van het gebruik. Zo moeten de luchtbehandelingskasten voor laboratoria beantwoorden aan striktere eisen qua prestaties en hygiëne, dan pakweg die voor kantoorzones. Voor laboratoria mag er bijvoorbeeld helemaal niets in de luchtkanalen zelf gemonteerd worden, zoals steunen of bevestigingen.  Die indeling in zones maakt het ook mogelijk dat delen van het gebouw in gebruik blijven terwijl er andere gerenoveerd worden.